Domotica als alternatief voor vrijheid beperkende maatregelen?

TITEL : “Surveillance technology: An alternative to physical restraints? A qualitative study among professionals working in nursing homes for people with dementia.”

AUTEUR(S) : S.A. Zwijsen, M.F.I.A. Depla, A.R. Niemeijer, A.L. Francke en C.M.P.M. Hertogh. EMGO+/Vumc en Nivel. 2011.

Samenvatting

Het gebruik van domotica als alternatief voor traditionele vrijheid beperkende maatregelen vraagt om een andere manier van het inrichten en organiseren van de zorg. Deze studie heeft onderzocht hoe professionele zorgverleners het werken met domotica ervaren en of zij het als een werkbaar alternatief voor vrijheid beperkende maatregelen vinden.

Aanpak

Er is een kwalitatief onderzoek gehouden in zeven verpleeghuizen voor mensen met dementie, waarvan drie een actief aanmoedigingsbeleid voeren voor de implementatie en het gebruik van domotica en vier die dit niet hebben. In de huizen zijn semigestructureerde interviews gehouden met negen sleutelfiguren. Daarnaast zijn er acht groepsdiscussies gehouden met verzorgenden en multidisciplinaire teams.

Conclusies

In de verpleeghuizen werden één of meer vormen van domotica ingezet: geluidsmonitoring, microchips in de kleding, bewegingssensoren, deursensoren, sensoren die de druk op het bed meten en GPS. Als een van de meest fundamentele functies van domotica benoemen de medewerkers het bieden van algemene veiligheid, al dan niet met gebruik van traditionele fixatiemiddelen ernaast. Daarnaast wordt ‘extra veiligheid’ genoemd die domotica supplementair aan traditionele vrijheidbeperkende maatregelen kan bieden, met als voorbeeld het plaatsen van sensoren bij bedden waarbij de bedhekken ook omhoog zijn. Dit geeft met name de zorgmedewerker een rustig gevoel dat in hun ogen onschuldig is voor de bewoners, daardoor hebben ze ook minder moeite met het plaatsen van sensoren dan met het gebruiken van bijvoorbeeld de Zweedse band. Een ander positief punt dat het personeel noemt, is de vrijheid die het gebruik van domotica biedt voor de bewoners. De bewoners kunnen zich vrijer bewegen, zonder dat de medewerkers ze steeds in de gaten hoeven te houden.
Door de medewerkers zijn ook een aantal beperkingen van domotica genoemd. Het meest problematische aspect is voor de medewerkers dat domotica het vallen wel registreert maar niet kan voorkomen. Om die reden vinden zij in zo’n geval het inzetten van de sensoren  niet bruikbaar. Een tweede beperking die wordt genoemd, is dat sensoren een gevoel van veiligheid geven maar dat ze niet garanderen of en hoe snel er op signalen wordt gereageerd. Een probleem dat hier een rol bij speelt, is het grote aantal signalen dat door de sensoren wordt doorgegeven bij onrustige bewoners of als bij meerdere bewoners tegelijk de sensoren afgaan. Er is niet genoeg capaciteit om op alle signalen direct in te gaan. Een aantal medewerkers benoemen dat de technologie niet altijd naar behoren werkt of snel kapot gaat. Doordat ze het niet vertrouwen, kijken ze dan vaak nog een keer extra of de apparatuur wel werkt, wat extra tijd kost en in gaat tegen het eerder genoemde voordeel van domotica, namelijk dat je de bewoners met rust kan laten. Als laatste punt kwamen er bij sommige professionals ethische bezwaren bij het gebruik van  domotica aan de orde. De meesten hadden er geen moeite mee, maar een aantal van hen vonden dat het monitoren via bijvoorbeeld sensoren en camera’s de privacy van de bewoners teveel aantast. Men vroeg zich ook af of de grootschalige inzet van domotica bij o.a. bewoners die gewoon stil in bed liggen wel ethisch verantwoord was.
Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat domotica niet altijd als bevredigend alternatief wordt gezien van traditionele vrijheidsbeperkingen; het werd eerder als aanvullend dan als vervangend ingezet. Een van de oorzaken daarvan is het feit dat de technologie niet altijd naar behoren werkte. Medewerkers vertrouwen daardoor de apparatuur niet en maken zich zorgen om de veiligheid van bewoners. Verbetering en doorontwikkeling van de technologie is noodzakelijk. Daarnaast is het van essentieel belang dat de morele standpunten van medewerkers serieus worden genomen bij de implementatie van domotica, dit is nu niet altijd het geval. Verder is het noodzakelijk dat meer tijd en aandacht wordt besteed aan: voorlichting, training, aandacht voor de risico’s van fixatiemiddelen en aanmoediging van een veranderende houding van professionals ten opzichte van traditionele vrijheidsbeperking en de alternatieven. Aan het feit dat domotica gevaarlijke situaties zoals vallen alleen registreert en niet kan voorkomen, is moeilijk wat te veranderen. Maar ook al wordt domotica momenteel nog niet gezien als een bevredigend alternatief voor vrijheid beperkende maatregelen, de medewerkers zien de andere mogelijkheden die de technologie te bieden heeft en zetten het breder in, bijvoorbeeld om bewoners meer bewegingsvrijheid te geven.

Voor vragen of meer informatie: s.zwijsen@vumc.nl

 

Onderzoeken
Kwaliteit van de zorg
Vrijheid in de zorg
Domotica als alternatief voor vrijheid beperkende maatregelen?

Deze wetenschappelijke, Engelstalige publicatie is afkomstig uit: 'International Journal of Nursing Studies, 2011 (09.002)'.

Voor het artikel 'Creatief omgaan met alternatieven' van M. Knulst, uit Zorg & Zeggenschap, klik hier