Alternatieven voor de Zweedse band

TITEL : “Alternatieven voor de Zweedse band. Een meta-analyse naar effectieve alternatieven.”

AUTEUR(S) : D.M. Bakker, G. Boeve en H.E. Hoff. Afstudeeronderzoek Gereformeerde Hogeschool Zwolle, afdeling Verpleegkunde. 2010.

Samenvatting

Dit onderzoek heeft zich gericht op de mogelijke alternatieven voor het gebruik van de Zweedse band als fixatiemiddel. Er zijn vier alternatieven onderzocht op effectiviteit en bruikbaarheid om het gebruik van de Zweedse band in een verpleeghuis te reduceren.

Aanpak

Er is systematisch literatuuronderzoek gedaan naar fixatie, het gebruik van de Zweedse band en de gemeten effectiviteit van mogelijke alternatieven. In het onderzoeksrapport wordt naar aanleiding van een meta-analyse een opsomming gegeven van mogelijke alternatieven op de Zweedse band. Door middel van twee interviews onder ervaringsdeskundigen binnen de instelling, is onderzocht welke alternatieven reeds bekend zijn, deze zijn naast de gevonden alternatieven uit de literatuur gelegd en daarna zijn vier alternatieven onderzocht op effectiviteit.

Conclusies

Eerder heeft de betreffende instelling al onderzoek gedaan naar de frequentie van het inzetten van middelen en maatregelen, de zogeheten 0-meting. Uit deze 0-meting is gebleken dat de Zweedse band op twee PG-afdelingen frequent wordt ingezet. Met de instelling is in overleg bekeken waar behoefte aan is. De instelling gaf aan alternatieven voor de Zweedse band in te willen zetten om naar de eis van de inspectie toe te werken.
Voor het onderzoek zijn vier alternatieven voor fixatie met de Zweedse band uitgezocht om te onderzoeken op effectiviteit. Voor deze alternatieven werden een aantal criteria opgesteld. Het eerste criterium was dat er binnen Nederland verschillende vergelijkende onderzoeken waren gedaan naar het betreffende alternatief. Daarnaast moesten de alternatieven direct toepasbaar zijn en op de verpleegafdelingen ingezet kunnen worden. Ook moest er voldoende informatie beschikbaar zijn over het alternatief. Naar aanleiding van deze criteria is er gekozen voor: de inzet van gezelschapsdieren, belevingsgerichte zorg/snoezelen, (lichamelijke) activiteiten en gebruik van de heupprotector/-beschermer. Er worden binnen de instelling wel al verschillende alternatieven ingezet, deze zijn vaak echter ook nog vrijheidsbeperkend voor de cliënt. De band wordt voornamelijk ingezet bij valgevaar, onrust en agressie. Uit de effectiviteitsstudie kan worden  geconcludeerd dat gezelschapsdieren een positief effect hebben op ouderen; sociaal gedrag en interactie nemen toe, de stemming en sfeer verbeteren, het gevoel van eenzaamheid vermindert, ze zijn minder angstig, rustiger, alerter en meer ontspannen. De onderzoeken naar het effect van belevingsgerichte zorg en snoezelen, laten zien dat de ouderen een betere stemming hadden, beter in staat waren hun emoties te uiten en een beter contact met de zorgverleners hadden. Ook het opstellen van een bewegingsprogramma en het stimuleren van (lichamelijke) activiteit is een bewezen effectief alternatief voor de Zweedse band. Cognitieve en fysieke achteruitgang vertragen en het aantal valincidenten neemt af. Uit het onderzoek naar het effect van de heupprotector, kan geconcludeerd worden dat de heupprotector/-beschermer, ingezet als alternatief voor de Zweedse band, met als doel het voorkomen van heupfracturen bij valincidenten, géén effectief alternatief is.
Uit de resultaten van de interviews is gebleken dat men binnen de instelling bekend is met de eis van de inspectie, namelijk dat de Zweedse band afgeschaft moet worden in 2011. De geïnterviewden geven verschillende redenen aan om de Zweedse band in te zetten, zoals onrust, agressiviteit, valgevaar en (eigen) veiligheid. De
voorbereidende literatuurstudie geeft eveneens deze redenen weer voor het inzetten van de band. Tijdens het interview is navraag gedaan bij de deskundigen van de instelling welke alternatieven reeds bekend zijn binnen de instelling en welke al worden ingezet. Hier bleken voornamelijk materiële interventies ingezet te worden, die alsnog vrijheidsbeperkend zijn voor de cliënt. Uit de interviews bleek ook dat de medewerkers huiverig zijn over het afschaffen van de Zweedse band, wat wellicht kan komen door beperkte kennis over het brede scala aan alternatieven. Beide partijen zijn het erover eens dat er per individu gezocht moet worden naar een passend alternatief. Dit onderzoek is te kleinschalig om de uitkomsten te generaliseren. Maar uit dit onderzoek kunnen we voorzichtig concluderen dat er voldoende effectieve alternatieven voor handen zijn. Het is het belangrijkste dat medewerkers goed getraind en geschoold worden om de angst voor het afschaffen van fixatie weg te nemen en hen te leren werken met alternatieven.

Onderzoeken
Kwaliteit van de zorg
Vrijheid in de zorg
Alternatieven voor de Zweedse band

Voor het officiële onderzoeksrapport, klik hier

Voor een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg uit 2010 over het terugdringen van vrijheidsbeperking, klik hier

Kijk ook eens op de website van de overheid over dwang in de zorg:
www.dwangindezorg.nl

Voor een folder van Innovatiekring Dementie (IDé) over de nadelen van antipsychotica die ook vaak worden ingezet bij dementie om onrust te verminderen, klik hier

Voor een folder van IDé met tips, klik hier 
www.innovatiekringdementie.nl 

Vilans heeft een 'Alternatievenbundel Vrijheidsbeperking' samengesteld. Bij meer dan 100 zorgorganisaties, die van 2008 tot 2011 mee hebben gedaan aan de verbetertrajecten van Zorg voor Beter, heeft Vilans geïnventariseerd welke alternatieven bij hen uiteindelijk tot succes geleid hebben. Het resultaat vindt u in deze alternatievenbundel. Dit hulp- en inspiratiemiddel bij het afbouwen van vrijheidsbeperking, kunt u bestellen in de webwinkel van Vilans. Kijk hier

Bij de andere subrubrieken bij 'Kwaliteit van de zorg', staan meerdere onderzoeken naar bijvoorbeeld belevingsgerichte zorg. Onder de rubriek 'Ondersteunende activiteiten' staan verschillende onderzoeken naar bijvoorbeeld activiteiten zoals snoezelen, de inzet van dieren op de PG-afdeling en fysieke activiteiten.