De invloed op bewoners, mantelzorgers en verzorgenden

TITEL : “Effecten van kleinschalig wonen voor ouderen met dementie. Evaluatie van de invloed op bewoners, mantelzorgers en verzorgenden.”

AUTEUR(S) : H. Verbeek, E. van Rossum, S.M.G. Zwakhalen, G.I.J.M. Kempen en J.P.H. Hamers. Universiteit van Maastricht, Alzheimercentrum Limburg. 2011.

Samenvatting

Deze studie heeft de effecten van kleinschalige woonvormen onderzocht op de kwaliteit van leven en het functioneren van bewoners, de ervaren belasting, betrokkenheid en tevredenheid met zorgverlening van de mantelzorgers en de arbeidstevredenheid en motivatie van verzorgenden.

Aanpak

259 bewoners, 209 mantelzorgers en 305 verzorgenden hebben deelgenomen aan dit grootschalige onderzoek. Er zijn gedurende een jaar op drie momenten metingen uitgevoerd in 28 kleinschalige woonvormen en 21 gewone afdelingen.

Conclusies

De resultaten tonen een genuanceerd beeld van de effecten van kleinschalige woonvormen. Enkele uitkomsten geven overtuigende positieve effecten weer, maar andere tonen geen verschil. Dit geeft aan dat kleinschalige woonvormen niet automatisch beter zijn dan gewone verpleeghuiszorg. Beleidsmakers en zorgorganisaties moeten zich niet beperken tot een vorm of een zorgconcept, maar zorgvuldig bepalen wat zij goede zorg achten voor mensen met dementie en hoe de kwaliteit van leven voor bewoners optimaal gerealiseerd kan worden.
Bewoners in kleinschalige woonvormen hebben meer om handen dan bewoners op gewone afdelingen, benoemen mantelzorgers en verzorgenden. Daarbij beoordeelt familie de kwaliteit van leven met betrekking tot zich thuis voelen en sociale relaties ook hoger. Bewoners in kleinschalige setting lijken meer sociaal betrokken te zijn, hoewel dit effect geleidelijk verdwijnt, wel vertonen zij meer doelloos en rusteloos gedrag. Dit is te verklaren doordat in deze woonvormen gemiddeld minder gebruik wordt gemaakt van vrijheidsbeperking of medicatie. Mantelzorgers voelen zich minder belast in deze setting, daarnaast zijn zij meer tevreden over het contact met verzorgenden. Betrokkenheid bij de zorg en tevredenheid over het contact met hun naaste, lijken niet te verschillen. Op arbeidstevredenheid en werkmotivatie van verzorgenden zijn ook geen duidelijke verschillen gevonden. In analyses waarbij verzorgenden uit de meest typische kleinschalige woonvormen zijn vergeleken met de meest gewone afdelingen, zijn deze wel gevonden; in de kleinschalige setting waren arbeidstevredenheid en motivatie gemiddeld hoger, ook voelden verzorgenden zich meer gesteund. In kleinschalige woonvormen wordt gemiddeld meer autonomie ervaren en minder werkdruk en fysieke inspanning.
De ervaring met kleinschalig wonen is veelal positief, zowel bij mantelzorgers als verzorgenden. De huiselijkheid, herkenbaarheid, de eigen regie en de invloed op de gang van zaken zijn heel belangrijk. Verzorgenden vinden het prettig dat zij zelf, samen met bewoners, de dag kunnen indelen en hierbij niet afhankelijk zijn van regels en routines van de organisatie. Tevens vormt de persoonlijke aandacht van verzorgenden een belangrijk aspect. Enkele knelpunten worden ook ervaren. Deze hebben voornamelijk betrekking op het alleen werken en de hieraan gerelateerde kwetsbaarheid van de personele bezetting.

 

Onderzoeken
Woonvormen
Kleinschalig wonen - Concept en ervaringen 2
De invloed op bewoners, mantelzorgers en verzorgenden

Voor het officiële onderzoeksrapport, klik hier

Voor meer informatie: www.alzheimercentrumlimburg.nl

Voor een artikel uit Denkbeeld over de ervaringen van bewoners en familieleden in een kleinschalige woonvoorziening, klik hier

Voor een artikel van F. van den Berg in Activiteiten Sector, 'Wanneer een bewoner zich prettig voelt, heeft hij minder zorg nodig', kijk hier