Kleinschalige zorg in kleinschalige en grootschalige setting vergeleken

TITEL : “Kleinschalige Zorg, Grote verschillen? Een onderzoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen zorgverlening in een kleinschalige woonvorm en kleinschalige zorgverlening in een grootschalige setting.”

AUTEUR(S) : M.J. van IJperen, Erasmus Universiteit Rotterdam, Beleid en Management Gezondheidszorg. In opdracht van Kenniskring Transities in Zorg Rotterdam. 2005.

Samenvatting

Kleinschalig wonen en kleinschalige zorgverlening voor mensen met dementie kent vele verschillende verschijningsvormen. De meningen over hoe een kleinschalige woonvorm eruit dient te zien, zijn verdeeld. Dit onderzoek richt zich op de overeenkomsten en verschillen tussen de zorgverlening in een project van kleinschalig wonen voor mensen met dementie en kleinschalige zorgverlening op een psychogeriatrische afdeling van een modern intramuraal verpleeghuis. De houding van de medewerkers en de wijze waarop zij zorg verlenen spelen in dit onderzoek een belangrijke rol.

Aanpak

Ten eerste is er een uitgebreide voorstudie gedaan, gericht op de kenmerken van kleinschalig wonen, in theorie en praktijk. Daarna is er participerende observatie verricht in beide settings.

Conclusies

Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat de kernwaarden van kleinschalig wonen te vangen zijn in drie hoofdthema’s, die de mate van kleinschaligheid beïnvloeden. Ten eerste zijn dat de kernwaarden die vorm krijgen door de inrichting van de fysieke woonomgeving; huiselijkheid, herkenbaarheid, overzichtelijkheid, een eigen ervaringswereld en zoveel mogelijk een normaal huishouden. Ten tweede is dat de aard van de zorgverlening; deze is integraal, vraaggestuurd en persoonsgericht. Ten derde is het de attitude van de medewerkers; een integrale, vraaggestuurde, persoons- of relatiegerichte attitude. Deze derde factor blijkt tegelijkertijd de meest belangrijke. De eerste twee zijn belangrijke randvoorwaarden, die het de medewerker makkelijker maken om invulling te geven aan kleinschalige zorg. Elke kernwaarde waar een setting niet aan voldoet en elke factor die maakt dat de zorgverlening minder integraal en minder vraaggestuurd is, geeft de zorgverleners meer ruimte de zorg minder kleinschalig in te vullen; de invulling van de medewerkers bepaalt uiteindelijk of er al dan niet sprake is van kleinschalige zorgverlening.
Er kan uit deze resultaten worden geconcludeerd dat het niet zoveel verschil hoeft te maken of een woongroep in een grootschalige of kleinschalige setting is gelegen. Als de setting voldoet aan alle kernwaarden van kleinschaligheid en de zorgverlening integraal en vraaggestuurd is georganiseerd, is het belangrijkste verschil te vinden in de basishouding van de zorgverleners. Een medewerker met een integrale, vraaggestuurde en persoonsgerichte attitude is in staat kleinschalige zorg te verlenen, ook in een minder huiselijke setting. Een medewerker met een taakgerichte, aanbodgestuurde en afstandelijke attitude is in staat in een perfect huiselijke omgeving volkomen instituutachtige zorg te verlenen.

Voor vragen en meer informatie: J.de.Lange@hro.nl

 

Onderzoeken
Woonvormen
Kleinschalig wonen - Concept en ervaringen 1
Kleinschalige zorg in kleinschalige en grootschalige setting vergeleken

Voor het officiële onderzoeksrapport, klik hier

Bij de rubriek 'Kwaliteit van zorg' in deze informatiebank staan onderzoeken en artikelen die uitgebreider ingaan op de rol van de medewerkers.

Voor het rapport ‘De integrale medewerker’ van E. Krijger en anderen, van het Innovatieprogramma Wonen en Zorg, klik hier

Voor een handleiding met inhoudelijke en praktische adviezen van E. Krijger in een coproductie van Innovatieprogramma Wonen en Zorg en zorgorganisatie Amstelring, klik hier

Voor het gelijktijdig uitgekomen stappenplan van E. Hoekstra, klik hier

Voor een special in Denkbeeld over de betekenis voor medewerkers, klik hier