onderzoeken ::: organisatie van de zorg ::: vroegsignalering
Vroegsignalering

Het is belangrijk om dementie in een zo vroeg mogelijk stadium te herkennen en te diagnosticeren. Er kunnen eventueel medicijnen in worden gezet die het proces iets kunnen vertragen, maar vooral kan dan de betrokkene met dementie en de mantelzorger vanaf het begin goed worden begeleid. In de praktijk zag (en ziet) men vaak dat veel mensen met dementie en hun naasten lange tijd zelf thuis 'aanrommelen' en pas aan de bel trekken als het echt niet meer gaat. Als er in een vroeger stadium al duidelijkheid is over wat er aan de hand is en vanaf dat moment ook ondersteuning ingezet kan worden, is het voor beiden prettiger. De onzekerheid over de mogelijke diagnose wordt weggenomen, de betrokkene en zijn naaste worden geholpen bij het verwerken van de diagnose en ze kunnen open praten over hun angsten en zorgen voor de toekomst. Daarnaast worden ze in een vroeger stadium geïnformeerd over de verschijnselen die horen bij de dementie, maar ook over de mogelijkheden die er zijn op het gebied van ondersteuning, hulpmiddelen, zorg, activiteiten en dergelijke. Door dit soort begeleiding zo vroeg mogelijk in het ziekteproces in te zetten, worden de dementerende en de mantelzorger beter ondersteund en kunnen ze het nog een tijd samen redden in de thuissituatie.
Steeds meer zorg- en welzijnsorganisaties besteden er aandacht aan om al hun medewerkers attent te maken op het herkennen van de eerste signalen van dementie. Zo weten bijvoorbeeld ook vrijwilligers, huishoudelijke medewerkers en activiteitenbegeleiders op welke signalen ze alert moeten zijn tijdens hun werk, er zijn hiervoor ook kaartjes ontwikkeld waar mogelijke symptomen op staan.